Bladen voor Documentatie 2012/3 (september 2012)
Woord vooraf
De maand september, wat ook onze ouderdom mag wezen, zullen wij altijd verbinden met de aanvang van het schooljaar. Het is ook heel moeilijk dit feit te negeren: vanaf de maand augustus of zelfs nog vroeger doen de supermarkten en andere bedrijven er alles aan om er ons attent op te maken zodat je er gewoonweg niet naast kan kijken…
Het is dan ook traditie geworden dat de uitgevers van woordenboeken zoals Van Dale en Larousse ons letterlijk om de oren slaan met nieuw materiaal waarin de laatste (mode)woorden al opgenomen werden. De laatste jaren hebben vooral de nieuwe technologieën in verband met informatie en communicatie het mooie weer gemaakt en een aanzienlijk gedeelte van deze nieuwe woorden geleverd. Twee websites hebben overigens dit jaar alle aandacht naar zich toe getrokken: Twitter en Facebook. Het is zo dat vandaag de meeste kranten een tweet van de Franse First Lady met grote titels aankondigen en dat sommige politici hun populariteit meten aan het aantal vrienden dat zij op Facebook bij elkaar hebben gekregen. Het zou bijgevolg jammer zijn dat wij niet zouden kunnen “tweeten” en onze gevoelens niet zouden kunnen delen op het “prikbord” van onze “vrienden” zonder ons hiermee de woede van de taalkundigen op de hals te halen.
Een aantal jaren geleden verscheen het werkwoord “googelen” in de Nederlandse taal met als definitie “zoeken op het internet”; dit had tot gevolg de opzoeking te reduceren tot het gebruik van één zoekmotor en niet eender dewelke: namelijk Google. Hier liet zich géén enkel ander equivalent gelden in de Franse taal, dit ten overstaan van Twitter waar de werkwoorden “twitter” of “tweeter” hun plaats kregen in de Petit Larousse 2013.
Maar het meest verbazingwekkende is zeker het verschijnen van nieuwe betekenissen voor woorden waarvan de definitie al jaren vastlag. In deze zelfde uitgave van de Larousse definieert deze het woord “vriend” als “een lid van een sociaal netwerk dat een ander lid toelating verleent tot zijn persoonlijke gegevens”. Zo ziet u maar hoe onder invloed van een internetstek de betekenis van een oud woord een nieuwe wending kan krijgen.
In deze optiek kan men nog andere nieuwe definities suggereren. Onder “(een) gok doen” zou men verstaan “onmiddellijk op het scherm het meest pertinente resultaat van de opzoeking tonen”. “Status” zou op zijn beurt betekenen “commentaar doorgegeven door een lid van een sociaal netwerk aan zijn vrienden met de bedoeling te informeren, zijn gevoelens te delen of simpelweg zijn medeleden aan het lachen te brengen”. En indien u er goed over nadenkt, zal u ongetwijfeld andere woorden, andere definities vinden voor de volgende uitgaven van de woordenboeken. Aarzel dan ook niet om deze mee te delen met vrienden en collega’s. Zelfs wanneer u op deze bewuste bladzijden spijtig genoeg geen vermelding “Delen” vindt; daar het delen van informatie ingebakken zit in de cultuur van ons beroep en van onze vereniging, dit sinds 1947. Hiervoor hebben wij de komst niet afgewacht van deze sociale netwerken.
U hoeft eveneens geen keuzeknop voor de artikels van dit nummer. Het is in feite heel eenvoudig, wij raden ze u allemaal… van harte aan!
Guy DELSAUT
Het moet wèl ergens over gaan
John MACKENZIE OWEN, Emeritus hoogleraar informatiewetenschap, Universiteit van Amsterdam (UvA)
In 1983 publiceerde de auteur een opiniërend artikel in het tijdschrift Open onder de titel: Het technologische einde van de bibliotheek. De inhoud: door technologische ontwikkelingen zou over enige tijd de “fysieke” bibliotheek overbodig worden. In zijn afscheidscollege – dat hier naar een artikel bewerkt werd – gaat hij hier terug op in. Deze technologische ontwikkelingen zijn veel heviger geweest dan verwacht. Maar het veranderende gedrag van de gebruikers was nog meer doorslaggevend dan de technologie: wat betreft de informatievaardigheden zijn voor de professionele vaardigheden van vroeger nu algemene vaardigheden gekomen. De meeste wetenschappelijke literatuur bevindt zich niet meer langer in de fysieke bibliotheken maar ergens in de “cloud”. Studenten gaan dan wel samen studeren in die bibliotheekgebouwen maar benutten er dan nog nauwelijks de aanwezige publicaties… Verder nog een pleidooi voor een sterke empirische fundering van het onderzoek in de geesteswetenschappen en een oproep tot de bibliothecarissen om nadrukkelijker aanwezig te zijn in het publieke debat over de informatiesamenleving.
Vers une nouvelle définition de la littérature grise
Joachim SCHÖPFEL, Maître de conférences, Université Lille Nord de France
Het artikel omvat een synthese van publicaties die het begrip grijze literatuur onder de loupe nemen, de resultaten van een rondvraag en een analyse van de basisdefinitie van New York over grijze literatuur. De nieuwe technologieën die de laatste jaren hun intrede hebben gedaan en de mogelijkheden van het Internet kaderen echter niet binnen de klassieke definitie. Het artikel bekijkt drie nieuwe parameters (niveau, intellectuele eigendom, bemiddeling) en stelt voor om de recentere definitie van Praag te gebruiken die hiermee wel rekening houdt. Volgens deze valt onder grijze literatuur elk document buiten het commerciële circuit afkomstig van een regering, overheid, onderwijs- of onderzoeksinstelling, handel en industrie, onafhankelijk van de drager papier of digitaal, beschermd door het copyright en voldoende waardevol om te worden bijgehouden door een bibliotheek of een archief.
La division Bétons-Granulats de Lafarge stimule la transmission des bonnes pratiques
Laurent SOUNACK, Chef d’enquête, Collaboratif-info
Lafarge, wereldleider in constructiematerialen aanwezig in 21 landen heeft een programma voor kennisbeheer ontwikkeld om de uitwisseling van goede praktijken te bevorderen. Dit programma werd gelanceerd in 2005 en kreeg een nieuwe dimensie toen IBM Domino in 2011 de overgang maakte naar Knowledge Plaza, een samenwerkingsplatform voor het beheren van informatie. De 12 000 documenten die reeds in de databank beschikbaar waren, werden geïmporteerd in Knowledge Plaza, en de gebruikers hebben gemakkelijker de aanwezige informatie kunnen vinden en meertalige opzoekingen kunnen doen. Het project ging gepaard met een uitgebreid communicatie- en veranderingsmanagementplan, opdat iedereen zich rekenschap zou geven van het belang van het delen van kennis en innig overtuigd zou zijn van het nut ervan.
Bibliografische ondernemingen rond 1900 (deel 2): De beweging als cultuurhistorisch verschijnsel
Paul SCHNEIDERS, Documentatiehistoricus op rust
Tegen een achtergrond van zaken die het toenmalige tijdsbeeld bepaalden – positivisme, de kranten en tijdschriften, imperialisme, de tweede industriële revolutie en haar laboratoria, de Amerikaanse invloeden, het overheidsingrijpen, de twee wetenschappelijke culturen en de verwerktuigelijking – komen de personen, activiteiten en projecten waarin de bibliotheek- en documentatiebeweging als cultureelhistorisch verschijnsel duidelijk zichtbaar tot uiting. In de Belgische context zijn er bij voorbeeld de visies van Ferdinand Vander Haegen en Michel-Félix Mourlon in het debat binnen de Belgische Academie voor Wetenschappen
La numérisation des archives cinématographiques : Une nouvelle vie pour le patrimoine ?
Gabrielle CLAES, Conservateur (1989-2011), Cinémathèque royale
De eerste cinematheken zagen het licht in de jaren dertig van vorige eeuw en waren vooral toegespitst op het behoud van films en de versterking van het cinematografisch erfgoed. Gedurende ongeveer een eeuw werden films gemaakt en verdeeld op een broos en vergankelijk medium. Met het oog op de bewaring op langere termijn ontwikkelden de cinematheken specifieke technieken waarvan de doeltreffendheid wordt erkend. Vanaf de jaren negentig wonnen digitale technieken aan belang bij de productie en de verspreiding van films en verdrongen de tot dan klassieke filmdrager. Cinematheken dienden een nieuwe deskundigheid te ontwikkelen (inzake uitrusting, opleiding van personeel) met het oog op de conservatie van de digitale film. Inzake kennis en verspreiding van het cinematografisch erfgoed biedt digitale technologie nieuwe mogelijkheden gaande van DVD tot Internet. In overleg met de filmindustrie en de rechthebbenden van de films gaat het er voor de cinematheken vandaag om hun rol te versterken in het behoud en het overbrengen van het cinematografisch erfgoed.
Verslag
Bibs & docs & marketing
Arnaud SEEUWS, Documentaliste, Centre Antipoisons
Verslag
Interopérabilité et enjeux actuels du records management
Valentin CAMPION, Étudiant, Master en Sciences et Technologies de l’Information et de la Communication – Université Libre de Bruxelles (ULB)