Bladen voor Documentatie 2011/2 (juni 2011)
SPECIAAL NUMMER
Info & ethiek: Bestaat er een rode schemerzone?
Woord vooraf
Tuinders weten het: een tuin dat opzettelijk in het wild wordt gelaten heeft af en toe verzorging nodig en brengt noodzakelerwijs het respect van bepaalde regels in harmonie met de natuur met zich mee. Deze gang van zaken is eveneens toepasselijk op de informatie. Meer en meer heeft men de indruk te geloven dat kwantiteit synoniem is van kwaliteit en dat de informatieruimte oneindig is zodat de TIC (Technologieën voor informatie & communicatie) altijd de gepaste informatie zullen vinden. Maar zoals de mooiste bloem door het onkruid kan worden versmoord alvorens te schitteren in al haar pracht, kan ook de meest subtiele informatie ontsnappen aan diegene die ze zoekt, verstopt onder de woordenvloed en de nietigheid; dit in de meest passende context. Wat dan gezegd van de afwijkende aanwendingen die alleenlijk tot doel hebben de informatie verkeerd voor te stellen of af te wenden?
Verblind door een beaat technocentrisme aanvaarden wij graag systemen en procedures die verondersteld worden ons het leven makkelijker te maken zonder maar zelden na te denken over de rampzalige gevolgen die ze zouden kunnen genereren. Een pauze zou hier soms wel op haar plaats zijn om deze dolle wedren een halt toe te roepen en eens gaan na te denken over wat goed is, minder goed en wat onduldbaar blijkt. Het moralisme is blijkbaar niet van deze tijd in deze 21ste eeuw. Laat ons het bijgevolg in dit nummer over zijn zachte variant hebben: de ethiek.
Zijn gedrag aanpassen aan regels die werkzaamheden afbakenen en omlijnen is uiteraard positief maar het mag zich niet beperken tot geschreven en gecodeerde aanbevelingen aan dewelke iedereen verondersteld wordt mee in te stemmen, die niemand leest en die niet tot sancties leiden uitgenomen in zeer ernstige gevallen die dan meestal voor de rechtbank eindigen.
Desondanks de scepsis dat sommigen onder jullie zouden kunnen tentoon spreiden ten opzichte van het begrip zelf, scheen het ons noodzakelijk om aan dit onderwerp een gans nummer van ons tijdschrift te wijden. Wij dragen dit nummer op aan Maud Scheuren die ons verleden jaar ontviel en die, zoals haar naasten en vrienden kunnen getuigen, haar korte aanwezigheid onder ons haar professioneel leven onder het teken van beroepseer, beschikbaarheid en dienstverlening plaatste.
Simone JÉRÔME
Library ethics on an international level: IFLA and its committee on “Free Access to Information and Freedom of Expression” (FAIFE)
Hermann RÖSCH, Professor of Information Science, Cologne University of Applied Sciences
International Federation of Library Associations and Institutions (IFLA) wenst via de oprichting van een Commit-tee on Free Access to Information and Freedom of Expression (FAIFE) niet alleen haar ethisch engagement te benadrukken maar ook het bevorderen van de intellectuele vrijheid en van de corebusiness van bibliotheken als toegangspoort tot kennis en ideeën. FAIFE’s werking gaat van het verzamelen van informatie over de vrije toegang tot informatie en de vrijheid van meningsuiting (World Report) tot het opstellen van manifesten (bv. Internet Manifes-to) en gerelateerd onderzoeksmateriaal. Een van de laatste projecten heeft tot doel het uitwerken van een interna-tionale ethische code voor bibliotheekwerkers. FAIFE Newsletter ging onlangs van start. Samen met de aan-wezigheid van FAIFE op Facebook, Twitter e.d.m. geeft dit de mogelijkheid om nieuws te brengen, kort op de bal te spelen en om aan te zetten discussiefora. Het uiteindelijke objectief is een ethisch bewustzijn in de informatiewe-reld te ondersteunen, alle mogelijke vormen van censuur een halt toe te roepen en om het even welke beperking van intellectuele vrijheid te overwinnen.
Digital ethics
Rafael CAPURRO, Direktor, Steinbeis-Transfer-Institut Information Ethics (STI-IE)
Digitale ethiek behandelt de invloed van digitale Informatie- en Communicatietechnologie (ICT) op onze maat-schappij en meer in het algemeen de impact ervan op ons milieu. Digitale media-ethiek behandelt expliciet allerlei ethische vragen die te doen hebben met Internet en netwerk verbonden informatie en communicatiemedia zoals mobiele telefoons en navigatiediensten. Dit artikel introduceert eerst de invloed van ICT op onze maatschappij en milieu. Problemen zoals privacy, overaanbod aan informatie, Internetverslaving, digitale kloof, bewaking en robotica worden hier met een interculturele kijk behandelt. De boodschap van dit artikel is dat ethische bedenkingen kunnen en moeten helpen bij het vinden van duurzame oplossingen op de technologische uitdagingen van het digitale tijdperk.
Het artikel werd geschreven naar aanleiding van een conferentie door de auteur gegeven in het kader van het 2009 Global forum on civilization and peace, georganiseerd door de Academy of Korean Studies van 1 tot en met 3 decembre 2009 in Seoel. Dit werd reeds op de persoonlijke site van de auteur gepubliceerd en wordt met zijn toelating herdrukt.
Ethics, social media and mass self-communication
Robert W. VAAGAN, Associate Professor, Oslo University College – Faculty of Journalism, Library and Information Science
Een herzien informatie-ethiek model wordt voorgesteld dat nuttig kan zijn in het analyseren van ethische uitdagingen in wat door Manuel Castells omschreven wordt als een opkomend systeem van “massazelfcommunicatie” waarin de sociale media een sleutelrol spelen. Het model identificeert drie bronnen of karakteristieken van onze informatietijd die vijf ethische resultaten genereren gelinkt aan vijf individuele rechten. Terwijl het systeem van massazelfcommunicatie ietwat verschillend door theoretici zoals Castells, Jenkins en Lyon voorgesteld wordt, hangt ethische reflectie in de overgang van Web 2.0 naar Web 3.0 af van het relatieve gewicht toegekend aan normatieve theorieën over deugd, plicht en consequentie.
Le documentaliste et l’éthique
Jean-Philippe ACCART, Directeur des études, Universités de Berne et de Lausanne – Master of Advanced Studies in Archives, Librarianship and Information Science (MAS ALIS) – Programme de formation continue en archivistique, bibliothéconomie et sciences de l’information
Dit artikel geeft de grondbeginselen weer die fungeerden voor de aanmaak van een deontologische code voor de informatiespecialist en de documentalist: dit in verhouding tot de gebruiker, de werkgever, de informatie op zich en de documentalist. Het merendeel van de beroepsverenigingen hebben hun eigen deontologische regels opge-steld. Het meest aangehaalde voorbeeld zijn deze van de European Council for Information Associations (ECIA).
Waarom een gedragscode voor informatieprofessionals?
Steven VAN IMPE, Consulent wetenschappelijk werk, Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, Lid van de werkgroep Beroepscode voor Informatieprofessionals, Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie (VVBAD)
Sinds 2009 werkt de Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie (VVBAD) aan een gedragscode voor informatieprofessionals, een document met morele richtlijnen voor iedereen die in een bibliotheek werkt. Dit artikel bespreekt de lokale en internationale context van die gedragscode. Ook de manier waarop ze tot stand kwam komt aan bod. Een belangrijk deel van het artikel gaat over de redenen waarom zo’n document nodig of nuttig is. Verschillende voorbeelden maken duidelijk dat een gedragscode veel meer is dan een belerend vingertje: de waarden die bibliotheekmedewerkers vaak reeds impliciet koesteren worden erin vastgelegd, zodat ze intern, maar ook naar klanten en overheden toe scherpgesteld worden. Zo wordt de gedragscode een hulpmiddel om de sector nog verder te professionaliseren.
Dit artikel verscheen in META, nr. 5 (juni 2011). De VVBAD verleende ons toelating tot reproductie.
After de code: Actions to put a code of ethics into real practice
Jorge CANDÁS ROMERO, Member of Ethics Group, Asociación Española de Documentación e Información (SEDIC)
De ethische code moet enkel gezien worden als een eerste stap in de Ethica van een professionele organisatie. Het zet het kader voor de ethische beslissingen. Maar de code alleen kan de ethische dilemma’s niet oplossen, noch kan het aan professionelen gegeven worden zonder voorafgaande duiding betreffende haar filosofie en ge-bruik. Verdere actie brengt met zich mee het beschikbaar stellen en bruikbaar maken voor de leden. Vier hoofdac-ties (met hun voors en tegens) worden voorgesteld in dit artikel: het aanmaken van richtlijnen voor het gebruik en de interpretatie van de code, het instellen van een expertgroep om de leden te adviseren, het vaststellen van ant-woordregels op onethisch gedrag en het promoten van de code. Het streefdoel is om een geheel ethisch corpus uit te bouwen voor de professionele organisatie klaar om antwoord te bieden op de ethische dilemma’s die het beroep en de individuen onder ogen krijgen.
Les dangers de la désinformation : Appel au sens critique, aux documentalistes et experts
Christiane DE CRAECKER-DUSSART, Licenciée en Histoire et Bibliothécaire-documentaliste
Willy DE CRAECKER, Ingénieur civil et Conseiller technique
Na bijna 40 jaar ervaring in I&D, lezing, raadpleging, studie, analyse, audit en publicatie rijst een alarmerende vaststelling: informatie gaat dikwijls gepaard met desinformatie of manipulatie van het beoogde publiek en kan zich onder verschillende vormen voordoen. Dit bestond al lang maar neemt in de 21ste eeuw ongeëvenaarde proporties aan door de explosie van de moderne wereldwijde informatienetten. De tekst beschrijft de talrijke gevaren van desinformatie alsook de ernstige bedreigingen die zij betekent voor alle betrokken gebieden. Na historiek en concepten behandelt het artikel processen, invloeden en gevolgen van manipulaties. De auteurs stellen oplossingen voor om deze uit te schakelen, in het bijzonder methodes om een heilzame kritische benadering te verfijnen en te beoefenen. Men beroepe zich ook op vakmensen, onder anderen onafhankelijke en bevoegde I&D professionals en deskundigen. De bijdrage wordt verduidelijkt door 3 uitvoerige praktische voorbeelden aangevuld met een glossarium en talrijke nota’s.
Éthique et informatisation
Michel VOLLE, Économiste
De informatisering bracht een legering teweeg tussen menselijk brein en machine waaruit een nieuw continent ontstond: “cyberspace” dat nieuwe mogelijkheden, maar eveneens risico’s met zich meebracht. Dit alles resulteerde in een transformatie van de productietechnieken, van vacatures op het inhoudelijk vlak, van de sociologie en de organisatie van het bedrijf met een “overweginghandel” tot gevolg in de betrekkingen tussen de onderneming en haar operationele agenten, haar partners, haar leveranciers en tenslotte haar klanten. Schaars zijn echter de ondernemingen die de passende behoeftes van het fenomeen juist hadden ingeschat. Deze evolutie, die men als positief kan ervaren, wordt overigens vergezeld van nieuwe gevaren: de concurrentie is keihard, fraude en criminaliteit halen hun voordeel uit deze informatisering met de medeplichtigheid van een paar “schofterige landen” en “spookbanken”. De ethische eisen uiten zich ten volle, of er nu sprake is van het geheel van regels en wetgeving of van individuele handelswijzen.
Lanceurs d’alerte : Des vigilants parmi nous
Jacques TESTART, Directeur honoraire de recherches, Institut national de la Santé et de la Recherche médicale (Inserm), Président, Fondation Sciences citoyennes
Wie het risico voor de gezondheid of het milieu van een bepaalde praktijk of een technologisch product aan-klaagt (zgn. “klokkenluiders”) zijn als het ware “wachttorens” die vanuit een sociale rechtvaardigheid tegen vervol-ging beschermd moeten worden. Een dergelijk gedrag zal op deze manier worden aangemoedigd. Maar de waar-schuwing dient ook opgevolgd te worden door het beoordelen van haar relevantie en het ondernemen van acties die evenredig zijn met de bedreiging. Echter de bijzondere belangen, meestal economische, die de mogelijke klok-kenluider kunnen laten zwijgen, bestaan ook bij de experten die dienen te beoordelen over het vermoedelijk gevaar van het in vraag gestelde product. Het is dus belangrijk over een autoriteit te beschikken die deontologische regels kan opleggen om de nodige objectiviteit bij de expertise te bewaren en om de klokkenluider te beschermen.
Mésusages informationnels et plagiat : Réflexions autour de quelques effets secondaires du Web 2.0
Daniel PERAYA, Professeur, Université de Genève – Unité des TEChnologies de Formation et d’Apprentissage
Claire PELTIER, Auxiliaire de recherche et d’enseignement, Université de Genève – Unité des TEChnologies de Formation et d’Apprentissage
De universiteiten reageren meestal tegen het verschijnsel “plagiaat” door het systematisch opsporen en bestraf-fen van fraudegevallen. De schijnbaar eenvoudige toegang tot informatie en de maatschappelijke (het ongebreideld consumeren) en academische (de toeloop en heterogeniteit van de studenten) veranderingen zijn mogelijke oorza-ken van dit verschijnsel. Na het situeren van Web 2.0 in een context van technische en technologische ontwikkeling en het aantonen van hun impact op de kennis, tonen we aan dat achter het woord “plagiaat” als algemene bena-ming, meerdere vormen van informatief misbruik (al dan niet opzettelijk) schuilgaan. Ze kunnen beschouwd worden als negatieve neveneffecten, symptoom van een overvloed aan informatie van ongelijke kwaliteit en een tekort aan richtpunten die leiden tot een slechte overbrenging van de praktijk van Web 2.0 in een academische omgeving. Uiteindelijk zullen we het hebben over onze bijdrage tot de opkomst van een informatiecultuur bij onze studenten van de Université de Genève.
Alternatieve vormen van kernfusie: Een merkwaardig geval van hebzucht
Mathieu SNYKERS, Doctor in de Wetenschappen
Hebzucht kan zich ook in wetenschappers nestelen en dat kan een stevige deuk toebrengen aan het kritisch ingesteld zijn dat van hen verwacht wordt. Dat overkwam Pons en Fleischmann in 1989 toen ze meenden een nieuwe vorm van kernfusie te hebben ontdekt. In plaats van de gebruikelijke wijze van publiceren in een weten-schappelijk tijdschrift met zijn “peer review”, gingen ze met hun nieuws naar de gewone media. Ook al was al snel duidelijk dat het onderzoek niet behoorlijk was uitgevoerd, geraakte een groot aantal wetenschappers in de ban van de hype van de koude fusie. Zelfs nu, meer dan twintig jaar later blijft een aantal onderzoekers erin geloven. De auteur – die op dat moment werkzaam was op het Studiecentrum voor Kernenergie te Mol – beschrijft hoe weten-schappers zich ook door hun eigen psychologische geaardheid op het verkeerde been kunnen laten zetten.
Docs in voorraad
Het documentatiecentrum van het Vlaams Vredeinstituut: Meer dan een bibliotheekfunctie?
Dominique J.B. VANPÉE, Lid van het Publicatiecomité van Bladen voor Documentatie, Belgische Vereniging voor Documentatie (ABD-BVD)