Bladen voor Documentatie 2010/1 (maart 2010)
Woord vooraf
Op zaterdag 13 februari heeft Maud Scheuren ons verlaten.
Slechts onlangs op de hoogte gesteld van haar ziekte, hebben we nu met ongeloof en verstomming het nieuws van haar overlijden vernomen. De leden van de groep Bladen voor Documentatie, waarvan ze één van de drijvende krachten was, hebben hierop spontaan voorgesteld, bijgetreden door de Raad van Bestuur, om het volgende nummer van het tijdschrift waarvoor ze zoveel artikels heeft nagelezen, aan haar op te dragen. Sommigen onder ons kenden haar al als studente, nadien als trouwe lid van onze vereniging en vervolgens als actieve medewerkster. Een onophoudelijke efficiëntie en een hartelijke inzet die door niemand kan vergeten worden.
Een paar dagen na haar overlijden waren we met enkele leden van de vereniging aanwezig op haar begrafenis, samen met talrijke naasten en vrienden, die haar, net als ons, gekend hebben tijdens haar kort maar rijkgevuld leven.
Al luisterend naar de getuigenissen haalde ik me mijn eerste ontmoeting met Maud, net verkozen als bestuurster, voor de geest… Een jong en fijn vrouwtje… een ernstige bril… een leuk hoedje… en vooral een geweldige glimlach… Een open en aanmoedigende glimlach, een echte uitnodiging met als boodschap: “hier ben ik, wat kan ik voor je doen?”. Dat is het beeld van Maud dat mij steeds zal bijblijven, die glimlach, een werkelijke bron van warmte!
Onder de aanwezigen herkende ik een aantal mensen die ik niet had verwacht hier te zien. Het is alsof ze – zelfs afwezig – een band smeedde tussen mensen die elkaar niet kenden, maar haar warme persoonlijkheid als bindteken gebruikten.
Voor al het gepresteerde werk in het kader van de BVD, maar vooral, voor die menselijke warmte waarmee je straalde, danken we je. Maud, rust in vrede, we zullen je nooit vergeten.
Simone Jérôme
“Certains droits réservés” : L’utopie pragmatique de Creative Commons
Pierre-Yves THOUMSIN, Avocat au barreau de Bruxelles
Het Creative Commons heeft zich als doel vooropgesteld een alternatief aan te bieden voor het klassieke au-teursrecht dat als heel dwingend wordt ervaren en weinig creativiteit toelaat. Dankzij een reeks door de auteur op maat gemaakte permissieve licenties, effent Creative Commons de weg van een “Alle rechten voorbehouden” model naar een “bepaalde rechten voorbehouden” model. Deze licenties blijken bijzonder aangepast te zijn aan de verspreiding via het internet en laten het catalogiseren van de inhoud op efficiënte wijze toe. In de praktijk zijn deze licenties echter begrensd tot sommige doelgroepen: in essentie degenen waarin de bezoldiging niet het hoofdmo-tief van hun ontstaan was. In deze optiek kunnen deze licenties dus nooit het auteursrecht volledig vervangen. De initiatiefnemers zijn er zich dan ook ten volle van bewust en wensen, dankzij hun originele benaderingswijze, een pragmatische overpeinzing aan te moedigen dat zal leiden tot herziening van het huidige systeem.
Het artikel is opgesteld naar aanleiding van een conferentie gegeven door de auteur in het kader van de maande-lijkse vergadering De “Creative Commons” licenties, georganiseerd door de Belgische Vereniging voor Documenta-tie op 25 juni 2009 te Brussel.
Enquête tewerkstelling en competenties (deel 3): De lerende organisatie als doel
Veerle KERSTENS, Voorzitter, Werkgroep Competenties, een samenwerking van ABD-BVD, Locus, VOWB en VVBAD
Deze publicatie bespreekt de huidige trends inzake competentieontwikkeling in organisaties en toetst deze aan de ontwikkelingen in de bibliotheek- en informatiesector in Vlaanderen en daarbuiten. Daarnaast wordt competen-tieontwikkeling geplaatst in het bredere kader van de lerende organisatie. Het artikel is gebaseerd op literatuur en de resultaten van een enquête bij leidinggevenden in de bibliotheek-, archief-, en documentatiesector in Vlaande-ren in 2008. De enquête bevestigt dat bibliotheken en documentatiecentra die competentiemanagement toepas-sen meer investeren in de ontwikkeling van hun medewerkers. Als nieuwe trends in competentieontwikkeling worden in de literatuur genoemd: meer aandacht voor aanvullende processen bij training en opleiding, individualisering en zelfstudie, kennisdoorstroming en informeel leren. Verschillende ontwikkelingen in de bibliotheek- en informatiesector sluiten hierbij aan. Anderzijds lijkt de aandacht voor het leer- en opleidingsaanbod op de werkplek nog beperkt.
Dit artikel verscheen in Bibliotheek- en Archiefgids, Vol. 85, nr. 6 (december 2009). VVBAD verleende ons toelating tot reproductie.
Le Knowledge Management : Un partage de connaissances… et d’expérience
Natacha WALLEZ, Maître de formation pratique, Haute École Paul-Henri Spaak- Catégorie sociale – section des Bi-bliothécaires-Documentalistes. Précédemment employée en tant que Global HR practice specialist and Knowledge Manager pour une société internationale de consultance en “executive search”.
Dit artikel wil zeker niet allesomvattend zijn, maar stelt zich als doel een visie te geven van het begrip Kennisma-nagement (KM) en van zijn perceptie in onze hedendaagse samenleving. Deze visie steunt op de ervaring van de auteur, die gedurende méér dan tien jaar gespecialiseerd advies gaf in de schoot van een internationaal consul-tancybedrijf wat het rekruteren van kaderleden betrof. Het kennismanagement werd progressief ingevoerd door het gebruik van methodes en technieken van informatiegaring en basishulpmiddelen, die één voor één aan de lezer zullen worden voorgesteld en die bovendien voor een informatieprofessional grotendeels gemakkelijk te installeren zijn wanneer deze het KM in het bedrijf wenst te introduceren.
Rôle de l’ingénierie documentaire dans une expertise scientifique collective
Diane LEFEBVRE, Ingénieur de recherche, Responsable de ressources documentaires, Institut National de la Recherche Agronomique (INRA)
Dominique FOURNIER, Ingénieur d’étude, Responsable du centre de documentation, Institut National de la Recherche Agronomique (INRA)
Het Institut National de la Recherche Agronomique (INRA) brengt sinds 2002 wetenschappelijke collectieve expertises (ESCo) na saisine van een overheidsopdrachtgever. Voor elke ESCo wordt een multidisciplinaire expertengroep samengesteld. Deze stelt een kritische stand van zaken op van de wetenschappelijke kennis en formuleert de grenswaarden ervan, dit om de respons te evalueren en wat de inbreng is van deze kennis aan een kwestie van openbaar beleid. Teneinde de competentie en de pluraliteit van de deskundigen te garanderen, zijn het de documentalisten die deze experten opsporen en kwalificeren door middel van bibliometrische criteria. Documentalisten creëren eveneens een documentair corpus en stellen dit ter beschikking van deze experten zodat dezen in staat zouden zijn er een analyse van te maken. Aan het einde van de expertise maken de documentalisten een beschrijvende analyse van de referenties aangehaald in het expertiseverslag. De doelstelling van huidig artikel is de diverse stadia van dit staaltje documentaire engineering uitvoerig te beschrijven in het ESCo proces. Dit wordt gestaafd door de gegevens van de laatste tot stand gebrachte ESCo door INRA met als titel Douleurs animales.