Bladen voor Documentatie 2007/4 (december 2007)
SPECIAAL NUMMER
60 JAAR VAN DE BVD
Woord vooraf
Slottoespraak gehouden op het colloquium georganiseerd ter gelegenheid van de 60ste verjaardag van de BVD op 19 november 2007 te Brussel.
Geachte dames en heren,
Beste collega’s,
De Belgische Vereniging voor Documentatie en ikzelf zijn ongeveer even oud. Zij is er 60 en ik word er 61. Is dit toeval of waren wij voorbestemd om samen in zee te gaan? Wie zal het zeggen…
Ik heb de BVD leren kennen via mijn toenmalige werkgever, het Nationaal Centrum voor Wetenschappelijke en Technische Documentatie (nu de DWTI). Eén van mijn collega’s, wijlen Guy Vanautryve was voorzitter van het online comité van de BVD; door mijn ESA-IRS (European Space Agency – Information Retrieval Services) en NAP (National Awareness Partners, DG XIII,Europese Unie) vertegenwoordigingen, heeft het NCWTD projecten met de BVD opgezet en zodoende heb ik verschillende mensen leren kennen waarvan de meeste vandaag geen deel meer uitmaken van de raad van bestuur zoals bvb. Marie-Paule Declerck, Guy Delcol, Miguel Lambotte en Jean-Louis Janssens, de toenmalige voorzitter. Nog een paar andere zoals Evelyne Luctkens en Philippe Laurent maken nu nog steeds deel uit van onze raad van bestuur. Ik zou ook nog Jacques Henrard – duivel-doet-al en toeverlaat van de raad van bestuur – vergeten aan wie ik tussendoor mijn dank wil betuigen voor zijn jarenlange inzet.
Toen ik begin van de jaren negentig werd gevraagd (in die tijd werd je nog gevraagd) om deel uit te maken van de raad van bestuur heb ik het erop gewaagd deze uitnodiging aan te nemen hoewel ik al het één en het ander om handen had zodat ik tegen Guy Delcol letterlijk zei: “dit gaat toch geen bijkomend werk met zich meebrengen”. Maar die mensen hadden mij goed ingeschat, want na een paar maanden was ik al goed bezig voor de vereniging.
Een professionele vereniging is eigenlijk zoveel waard als de interactie tussen haar leden en de raad van bestuur en bij ons – voor zover ik ten minste weet – is die altijd prominent aanwezig geweest; anders kan je ook geen zestig jaar blijven bestaan. Ik weet, van horen zeggen, dat er tijdens die zestig jaar ook een paar laagtes waren, jawel zelfs éénmaal een ernstig schisma. Maar daar is de BVD alléén maar sterker uitgekomen. En ik schreef het al in het voorwoord op onze webstek en kan het alleen maar herhalen: het merendeel van onze maandelijkse vergaderingen wordt druk bezocht. Deze vergaderingen zijn eigenlijk een goede waardemeter en wij stellen met trots vast dat onze leden deze als bijzonder interessant ervaren. En dan heb ik het nog niet over ons jaarlijkse Inforum waarvoor wij telkens tussen de 230 en 260 leden – waaronder zelfs een handvol niet-leden – op de been krijgen; dit dank zij een zorgvuldig gekozen thema dat gepaard gaat met het aantrekken van uitmuntende sprekers. Dit jaar werd gekozen voor het web 2.0 en I&D, zelfs nog vóór het een hype werd.
Maar laten we het verleden achter ons liggen en ons even verdiepen in de toekomst van een professionele vereniging zoals de onze. Zoals vele anderen is ons voornaamste werkinstrument, de PC of de personal computer sinds zijn ontstaan in 1980 nog steeds in volle evolutie en dat heeft hij alleen te danken aan wat er allemaal aan hem is vooraf gegaan.
Ik zou bij de verjaardag van de BVD nog een andere verjaardag willen associëren: namelijk deze van de transistor die eveneens een veertigtal jaar geleden het leven zag en die aan de basis lag van ingrijpende veranderingen in de maatschappij; nog drastischere veranderingen stonden later op til met de komst van de geïntegreerde schakeling, in de volksmond de chip of de IC genoemd.
Kent u de wet van Moore? Gordon Moore, één van de stichters van Intel – anagram voor Integrated Electronics – heeft deze wet in 1965 geformuleerd. Hij stelde dat het aantal transistoren op een IC jaarlijks zou verdubbelen. De eerste microprocessor dateert van 1971 en bevatte toentertijd zowat 2.300 transistoren, dit vergeleken met de hedendaagse IC’s waarvan de meest geavanceerde er 1,7 miljard bevatten. Deze wet is vandaag afgezwakt tot 18 maanden omdat er ook zoiets bestaat als de fysische grenzen die de verdere miniaturisatie ietwat in de weg staan. Daarom is men ook begonnen met de “dual core” processors omdat de kloksnelheid van de PC niet boven de 3,3 Ghz geraakt en men dus zodoende nog even snelheid en performantie kon verleggen.
Men heeft sinds de komst van de laptop deze microprocessoren zodanig verkleind dat de banen die de verschillende componenten met elkaar verbinden van de orde zijn van 5 tot 6 atomen. Om u daar een concreet beeld van te geven: een atoomkern is ongeveer 10-14 meter, dat zijn dus 14 nulletjes achter de komma. Zo weet u meteen waarom uw laptop zoveel warmte afgeeft. Men zou nu aan het experimenteren zijn met halfnium, een nieuwe legering die veel minder warmte zou afgeven en bijgevolg de nieuwe processoren ook efficiënter zou laat werken.
Ik las onlangs in een interview met Gordon Graylish[1], vice-president van Intel, waarin hij stelt dat na bijna dertig jaar PC-technologie de eigenlijke revolutie nog moet beginnen…
Mocht de evolutie van de PC vergeleken worden met een film, dan zijn we nu amper aan de eerste vijf minuten toe. Het is heel onwaarschijnlijk dat velen onder ons het einde van deze film zullen halen. De PC zou vandaag de intelligentie van een kind van zeven jaar bezitten.
De komende dertig jaar zal deze dus nog vele gedaanteverwisselingen ondergaan; Graylish ziet hem evolueren naar een machine die meer en meer rekening zal houden met het gedrag van zijn gebruiker. U zou het een beetje kunnen vergelijken met het bestellen van cd’s of dvd’s via bvb. Amazon.com; daar wordt u koopgedrag ook geanalyseerd zodat terwijl u aan het kopen bent u al met nieuwe voorstellen te maken krijgt die uiteraard met dit koopgedrag overeenstemmen.
Ik zie de toekomst van de I&D specialist door een roze bril; hij zal zich meer en meer kunnen toeleggen op zijn “core business”, namelijk het opzoeken en verwerken van informatie zonder zich verder veel zorgen hoeven te maken over allerlei zaken die zijn “search” voorafgaan en over de neveneffecten van sommige softwares zoals de dag van vandaag. Want neem nu de RSS feed: ook deze “real simple syndication” staat nog in haar kinderschoenen. Deze is weliswaar een stap in de goede richting, maar zo simpel als haar naam het laat vermoeden is ze nu ook weer niet, want ze vergt nog teveel nevenapplicaties die men tegelijk moet gebruiken om er efficiënt mee te werken.
Nog een tweede argument: er ontstond ook een generatiekloof tussen de vorige generaties en de generatie jongeren geboren na pakweg 1985; dit is althans het standpunt van Marc Prensky[2], begenadigd spreker, schrijver, futurist en visionair. Met zijn firma “Games2train” is hij niet de eerste de beste met klanten zoals IBM, Bank of America, Nortel and Nokia.
Deze nieuwe generatie noemt hij de “digital natives” ten overstaan van de “digital immigrants” die de vorige generaties vertegenwoordigen. De immigranten onder ons – de één al wat beter dan de andere – hebben zich allen moeten inwerken in de informaticatechnologie om hun beroep op een zinvolle en efficiënte manier te kunnen uitoefenen.
Deze “digital natives” hebben bijvoorbeeld nooit iets anders gekend als de digitale apparatuur. Van jongs af aan zijn zij vertrouwd met computerspelletjes, cd-, dvd-spelers, gsm’s en pc’s met inbegrip van email & internet met als gevolg dat zij – statistisch gezien – in hun jong leven enerzijds maar een 5.000-tal uren tekst hebben gelezen, maar anderzijds meer dan 10.000 uren videospelletjes hebben gespeeld zonder gewag te maken van de 20.000 uren televisie kijken.
Zodoende hebben deze jongeren een totaal ander assimilatie- en denkpatroon ontwikkeld dat zich meer toelegt op het grafische en het auditieve – zeg maar het multimediale – dan op het zuivere geschreven woord. Dank zij deze nieuwe manier om de informatie te benaderen zijn deze digitaal geborenen eveneens heel “multitask” gericht: tegelijkertijd met succes schooltaken voorbereiden, muziek beluisteren en er nog vier of vijf chatsessies op nahouden is voor hen de gewoonste zaak van de wereld. Doet u het hen maar eens na!
Moeten wij ons bijgevolg zorgen maken over de toekomst? Ik denk het niet. Hoe het uiteraard allemaal technisch zal evolueren is koffiedik kijken… Vroeger was het web een zaak van specialisten die websites aanmaakten om na jaren over te schakelen op het ontwerpen van de zogenaamde “portaalsites” omdat zij een grotere en gediversifieerde informatiewaarde inhielden. Maar met de komst van de web 2.0 technieken is het web aan haar zoveelste (r)evolutie toe en grotendeels in handen van de gebruiker gekomen… Ik denk aan sites zoals Youtube.com, My Space.com, Wikipedia.org en Flickr.com om er maar een paar te noemen in de toptien der meest gebruikte. Allemaal voorbeelden van sites groot gemaakt door de inbreng van de gebruiker.
Hetzelfde fenomeen gebeurt vandaag met de informatiestroom: deze komt van alle kanten zelf naar de gebruiker, hij wordt er werkelijk onder bedolven. Wie de komende jaren met huidige en toekomstige webtechnieken geen rekening zal houden en op zijn site geen blogs, podcasts en andere multimediale toestanden zal voorzien waarop gebruikers o.a. hun mening kwijt kunnen en zelf data kunnen aanbrengen, zal voorzeker ondervinden dat deze zeer snel uitgerangeerd zal worden. De manier om informatie en data ter beschikking te stellen is van evenredig belang geworden als de inhoud zelve, gewoonweg omdat het aanbod aan informatie elke dag groter en groter wordt…
Zullen wij binnen tien jaar nog een keyboard gebruiken? De constante evolutie van de miniaturisatie zal daar zeker en vast andere oplossingen voor hebben zoals een doorgedreven spraaktechnologie of misschien wel binnen twintig jaar een soortement gedachtelezer tussen mens en machine. Ik zou willen beëindigen door te stellen wat voor ons vandaag “sciencefiction” lijkt, de komende jaren realiteit zal blijken. Na deze positieve toekomstvisie nodig ik jullie samen met de aanwezige leden van de raad van bestuur graag uit op de receptie van de zestigste verjaardag van de Belgische Vereniging voor Documentatie.
Dames en heren, geachte collega’s: ik dank jullie allemaal voor uw aandacht.
Nota’s
[1] Computerrevolutie moet nog beginnen – Erwin Verhoeven, Het Laatste Nieuws, 21 oktober 2007.
[2] Prensky, Marc. Digital natives, digital immigrants. from On the horizon, NCB University Press, 2001 (October), vol. 9, Nr 5 <http://www.marcprensky.com/writing/Prensky%20-%20Digital%20Natives,%20Digital%20Immigrants%20-%20Part1.pdf> (bezocht op 30 november 2007)
Paul HEYVAERT
Verleden, Heden en toekomst: 3 perspectieven voor een 60ste verjaardag
Een blik op het verleden
60 ans… Il était une fois l’ABD
Simone JÉRÔME, Rédactrice en chef, Cahiers de la documentation; Administratrice, Association Belge de Documentation
Beelden van nu
Informatie zoeken op het Web: Directories, zoekmachines, folksonomiëen,… en ontologieën
Céline VAN DAMME, Assistent/Onderzoeker Vakgroep MOSI, Vrije Universiteit Brussel
Tegenwoordig worden we op het World Wide Web geconfronteerd met een overload aan informatie. De moeilijkheid bestaat erin om de gewenste informatie op een efficiënte manier terug te vinden. Momenteel beschikken we op het web over drie mogelijke zoektechnieken: directories, zoekmachines en folksonomieën. In de nabije toekomst zullen zoekmachines worden ondersteund door ontologieën. Ontologieën zijn één van de belangrijkste technologieën die worden gebruikt voor de ontwikkeling van het semantische web. Het semantische web, dat een uitbreiding vormt van het bestaande web, heeft tot doel het web interpreteerbaar te maken voor zoekmachines. In dit artikel zullen naast de informatie-explosie op het World Wide Web, de huidige zoektechnieken worden toegelicht en het begrip ontologieën worden besproken.
Docupole : Expérience de développement d’un cours en ligne pour la formation documentaire à destination des étudiants de l’enseignement supérieur
François FRÉDÉRIC, Assistant, Université Libre de Bruxelles – Bibliothèques
Sébastien BLONDEEL, Maître-assistant, Haute École Francisco Ferrer
De online cursus DOCUPOLE werd ontwikkeld door de bibliothecarissen van de Europees universitaire groep Brussel-Wallonië in het kader van het COUPOLE project. Het doel van het project was om een documentair ABC te maken voor alle studenten die hogere studies aanvatten van welke aard dan ook en die geconfronteerd worden met opzoekingswerk. De cursus is sterk gericht op de praktijk en geeft de student de mogelijkheid een onderzoeksmethode te verwerven die hij meteen aan de praktijk kan toetsen door concrete oefeningen met online documentaire bronnen. Door middel van testen kan de student zijn niveau inschatten en zelf de verwerving van de nieuwe competenties evalueren. De cursusmodules worden aangevuld met tools als een verklarende woordenlijst, een repertorium en een online forum. Aan de hand van een analyse van het gebruik van de cursus konden – hoewel nog fragmentair – reeds lessen worden getrokken wat de opbouw van de cursus zelf betreft en met betrekking tot het zoekgedrag van de gebruikers. Het gebruik en de pedagogische efficiëntie van deze online cursus en online cursussen in het algemeen blijft echter een grote uitdaging.
Het Eurocertificaat: Hoe verkrijg je het en hoe ga je ermee om?
Paul HEYVAERT, Voorzitter, Belgische Vereniging voor Documentatie (BVD); CERTIDoc jurylid; Informaticus, Koninklijke Bibliotheek van België (KBR)
Vorig jaar in maart introduceerde de Belgische Vereniging voor Documentatie (ABD-BVD) de mogelijkheden van een Europese certificatie voor I&D professionals. Er werd onder meer ingegaan op de voorziene procedures en achtergronden van het Eurorefe entieel en de Eurocertificatie. Deze initiatieven kaderen volledig binnen de recente r Europese trend om beroepservaringen te evalueren. Wat nu juist deze I&D-certificatie is en de redenen om te kandideren in België worden in dit artikel uiteengezet evenals de rol die de ABD-BVD in deze context vervult.
La Classification de la Library of Congress, la fin de l’exploration : Jeter l’ancre en psychologie et en sciences de l’éducation
Virginie TACQ, Bibliothécaire, Université Catholique de Louvain – Bibliothèque de Droit (anciennement en poste à la Bibliothèque de Psychologie et des Sciences de l’Éducation)
Anne SPOIDEN, Directrice, Université Catholique de Louvain – Bibliothèque de Psychologie et des Sciences de l’Éducation
Dit artikel is het laatste in een reeks van drie waarin eerder de theoretische grondslagen van de LCC (Library of Congress Classification) werd uiteengezet. In dit artikel wordt een toepassing van LCC beschreven die de afgelopen jaren werd ontwikkeld door de bibliotheek Psychologie en Pedagogische Wetenschappen van de Université Catholique de Louvain. Omwille van de aanpasbaarheid en de exhaustiviteit bleek LCC de beste keuze te zijn om de vrije toegang tot de collectie te verbeteren. Ons betoog geeft een overzicht van het verloop van het project: de geschiedenis, de samenwerkingsverbanden die werden aangegaan met de verschillende academische overheden en de methodologie die de bibliotheek opzette. Het artikel wordt afgesloten met een eerste evaluatie en enkele toekomstperspectieven.
Toekomstbeelden
2067, c’est demain, à en croire la documentation fournie !
Jean-Bernard QUICHERON
2067, het jaar van de Cybrarian
Laurent MEESE, Bibliothecaris, Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen
Mais où diable ai-je mis mes univers parallèles ?
Nelly DELVAUX, Responsable Documentation médicale, Merck, Sharp & Dohme
De informatiewereld in 2067
Stefaan JACOBS, Attaché – hoofdbibliothecaris, Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie – Bibliotheek Queteletfonds
60 ans, du chemin parcouru et encore à parcourir
Maxime WOTQUENNE, Documentaliste
60 possible information-related trends for today, tomorrow or within sixty years (2007-2067)
Dominique VANPÉE, Thesaurus and information manager, a.i. responsible for library and documentation centre, Belgian Poison Centre