Bladen voor Documentatie 2006/3 (september 2006)
Woord vooraf
Deze zomer, die momenteel op zijn einde loopt, heeft de Belgische Vereniging voor Documentatie de kaap van 600 leden overschreden. In feite, welk type van lidmaatschap (individueel, collectief, student) het ook betreft, wij zijn nu met meer dan 600 informatiespecialisten die beslist hebben om niet alleen in hun hoekje te blijven zitten en die zich lid gemaakt hebben van een professionele vereniging.
Een “beroep” met meerdere gezichten. Moeten we verduidelijken dat de ABD zowel leden binnen de industrie alsook binnen de universiteiten, internationale instellingen, overheden, VZW’s… telt? Als nationale vereniging hebben wij immers het genoegen om zowel franstalige als nederlandstalige leden te hebben en zeker niet te vergeten leden uit Nederland, Frankrijk en Luxemburg.
Alhoewel op het eind van 2003 het aantal leden aan het verminderen was, zijn we blij in de laatste 2,5 jaar 150 leden gewonnen te hebben. Zeker en vast is het geen wedstrijd en het aantal beïnvloedt op geen enkele manier de objectieven en de filosofie van onze vereniging, maar ze is het bewijs dat jullie onze activiteiten en publicaties waarderen. Niet alleen blijven jullie ons trouw, maar nieuwe mensen vervoegen zich bij ons. Wat een mooi geschenk bij het naderen van ons zestigjarig bestaan!
Deze vooruitgang is ook het bewijs dat de professionelen van de informatie altijd aanwezig zijn. Wij zijn niet vervangen door Google of door een ander zogenaamd revolutionair informaticasysteem. Sommigen onder ons hebben zich ongetwijfeld een beetje verwijderd van het traditionele beeld van documentalist of bibliothecaris, maar hun functie behoudt niet minder de karakteristieken van dit basisberoep waaraan andere aspecten van informatiebehandeling worden toegevoegd.
Wij wensen u alvast een goede lectuur van deze nieuwe Bladen.
Guy DELSAUT
La gestion d’une bibliothèque avec un logiciel libre : Exemple concret et implications
Stéphanie FORT, Bibliothécaire, Collège Saint Pierre
Is het een goed idee wanneer een schoolbibliotheek ervoor kiest om van beheerssoftware te veranderen en ervoor opteert om dit vrij van het Internet te downloaden? Dit artikel stelt u de beproevingen voor van een bibliothecaris en de gevolgen voor de gebruiker als zo een vrij beschikbare software wordt geïnstalleerd en dan één software in het bijzonder: PMB. Reeds enige tijd kennen deze vrije softwaresystemen een groot succes. De wereld van de bibliothecarissen ontsnapt ook niet aan deze regel. We zien steeds meer en meer vrij beschikbare bibliotheekbeheerssoftware zich ontwikkelen op de markt. Wie heeft nog niet horen spreken over Linux en Open Office? De vraag rijst wat er in de praktijk van terecht komt. De bedoeling van dit artikel is niet een vergelijking te maken tussen de verschillende softwaresystemen die de meeste onder jullie kennen of waar jullie tenminste al hebben horen over spreken. Ik wens eerder u kennis te laten maken met een praktische ervaring van gebruik van zo’n software en de gevolgen voor mijn werk.
Ce que l’annuaire fait à Internet : Sociologie des épreuves documentaires
Christophe LEJEUNE, Chercheur en sociologie, Institut Charles Delaunay
Internet groepeert tal van liefhebbers allerlei genre. Een van die gepassioneerden levert deze bijdrage over het in 1998 ontstane initiatief om louter vrijwillig een gids van Internetsites op te stellen. Lang voor het succes van Wikipedia trok dit initiatief de aandacht van enkele hoofdrolspelers op de informaticamarkt: Netscape was van in het begin bereid tot sponsoring en Google gebruikt geregeld de data. Op het eerste zicht ver verwijderd van het klassieke bibliotheekgebeuren, is deze belangengroep toch onrechtstreeks bezig met het verwezenlijken van de droom van een van de (Belgische) pioniers op het vlak van het documentatiebeheer, Paul Otlet. Een van de primaire taken van een documentalist was immers het repertoriëren, het klasseren van documentatie. Zowat een eeuw later spitst zich dit toe op het Internet, doen zich gelijkaardige problemen voor als bij het ontsluiten van klassieke documentatie met dikwijls bijna analoge oplossingen en op andere momenten toch afwijkend. Na een periode van ongeveer vier jaar observatie van deze virtuele gemeenschap formuleert de auteur een perspectief voor het classificatiewerk gebruikmakend van wat we eerder klassieke documentatietools kunnen noemen.
Federale bibliotheken slaan de handen in mekaar
Stefaan JACOBS, Hoofdbibliothecaris, Bibliotheek Queteletfonds; Voorzitter van het forum van de bibliothecarissen van de Federale Overheidsdiensten
De bibliotheken van de federale overheid hebben zich verenigd in twee fora, één voor de federale overheidsdiensten en één voor de federale wetenschappelijke instellingen. Beide fora hebben een memorandum opgesteld om de pijnpunten in hun werking kenbaar te maken. Die kunnen samengevat worden in een zestal thema’s: interne dienstverlening, externe dienstverlening, financiële middelen, toegang tot de collecties, human resources en samenwerking. De bibliotheken zijn niet bij de pakken blijven zitten en hebben een aantal initiatieven ontwikkeld om sommige pijnpunten te verlichten of weg te werken. Het gaat hier onder andere over een gemeenschappelijke catalogus, informatiefolders, opleidingen en functiebeschrijvingen, digitalisering van de collecties, documentleverantie, studiedagen, e-communities en ondersteuning van externe projecten zoals het e-depot. De bibliothecarissen merken dat de context waarin zij werken aan sterke veranderingen onderhevig is en willen zich wapenen om mee te evolueren om hun rol van informatiezoeker en –bemiddelaar te kunnen blijven spelen.